Dit recept komt uit een wiskundeboek van het derde leerjaar: Zo gezegd, zo gerekend, van Uitgeverij Plantyn. Eén van de kinderen bracht het destijds mee naar huis en ik heb het recept altijd bewaard.
Voor het deeg: 200 gr marsepein, 125 gr zachte boter, 75 gr suiker, 1 zakje vanillesuiker, een beetje citroensap, 1 ei, 250 gr tarwebloem, 125 gr maïzena, 1 tl bakpoeder
Voor het strooilaagje: melk, 125 gr suiker, 1 tl kaneel
Klop de marsepein en de boter met een mixer op de hoogste stand in 1/2 minuut smeuïg.
Roer geleidelijk de suiker, vanillesuiker en citroensap erdoor. Blijf zo lang doorkloppen tot het een homogene massa is. Voeg vervolgens het ei toe.
Meng de tarwebloem, maïzena en het bakpoeder. Roer het er met 1 lepel tegelijk door, met de mixer op de middelste stand. Is het deeg te kleverig, leg het dan een tijdje in de koelkast.
Rol het deeg dun uit en steek de koekjes uit met vormpjes naar keuze.
Meng de suiker met de kaneel. Bestrijk de koekjes met melk en strooi het suiker-kaneelmengsel er op. Bak ongeveer 8 à 10 minuten in een voorverwarmde oven van 180°C.